Onderduiken…hoe voelt dat?
In de Tweede Wereldoorlog had de Breepleinkerk in Rotterdam-Zuid een groot geheim: op de
twee zolders boven het orgel zat een drietal Joodse gezinnen ondergedoken. Wat begon als een
tijdelijk onderkomen voor zes weken, werd een onderduik van 34 maanden.
Het verhaal van de Breepleinkerk is een verhaal van moed, hoop en vertrouwen, een verhaal vol wonderen… zo
werd er een kerngezonde baby geboren en tijdens een razzia, drie weken voor de bevrijding,
werden de onderduikers niet gevonden.
Benieuwd naar het verhaal?
Klik hier voor meer informatie >>
over het verhaal
en de bezoekmogelijkheden.
Het kind van de Breepleinkerk (Artikel AD Woendag 22 april 2015)
Emile Kool (71) eert de oorlogshelden
die zijn leven hebben gered
ROTTERDAM | Op 6 januari 1944 wordt Emile Kool geboren in de Breepleinkerk in Rotterdam-Zuid.
Het onderduikadres van zijn Joodse ouders Rebecca en Maurice Kool, die dan al anderhalf jaar verborgen zitten op de enauwde orgelzolder van dit statige gebedshuis. ‘De mensen die toen ons leven hebben gered, ben ik nog steeds dankbaar.’
MARCEL POTTERS
Emile is nu 71 jaar oud en woont samen met zijn vrouw in een rijtjeshuis buiten Rotterdam.
Voor het eerst spreekt hij uitgebreid over....
De orgelzolder
Rotterdamse kinderen in de Breepleinkerk, toen en nu.
Henk den Haan
Ze raakte ook haar eigen naam nog kwijt in 1943.
"Hadassa" klonk te Joods, het werd een Hollands "Hansje" toen ze werd ondergebracht bij haar pleegouders aan de Lede in Tuindorp Vreewijk. Haar ouders mocht ze niet meer zien, twee jaren lang, evenmin als haar beide zusjes, die woonden ergens anders en ze mocht niet weten waar, dat was te gevaarlijk.
Wat Hansje dus ook absoluut niet wist was dat haar ouders al die tijd verborgen leefden boven het grote orgel van de Breepleinkerk. Hansje ging toen op school naar de Prins Willem, nu Willem van Oranjeschool. Zij liep dus dagelijks enkele keren tussen huis en school door de Van Malsenstraat, vlak onder haar vader en moeder dus.
Maar er was nog iets vreemds aan de hand: 's zondags ging Hansje meestal mee naar de kerkdienst daar. Na afloop gingen ze dan vaak ook koffie drinken bij de dominee, die naast de kerk woonde. Ze werd dan steevast de tuin in gestuurd zogenaamd om naar de kippen te kijken. Ze vond dat natuurlijk op den duur wel een beetje stom. Maar ze kon niet weten dat haar vader en moeder haar dan even konden zien lopen en zodoende wisten dat ze nog veilig en in goede handen was.
Dit verhaal vertellen we al enkele jaren in het kader van 4 en 5 mei aan groepen 8 van basisscholen in de buurt van de Breepleinkerk. Ook 2-HAVO van "Calvijn" en “Wartburg” kwamen voor een project over Wereldoorlog ll. Gelukkig is het een verhaal met een goede afloop, maar het grijpt de kinderen altijd aan. Het komt natuurlijk heel dichtbij wanneer ze zich verplaatsen in hun leeftijdgenootje "Hansje". En dat gebeurt zeker als ze ook even een blik mogen werpen ín de onderduikruimte die nog steeds kan worden bezocht.
Maar eerlijk gezegd moeten we soms ook uitleggen waarom Joodse mensen in de oorlog moesten worden gered. In de Kuip en op straat horen ze soms dat die beter "aan het gas" kunnen.
Wat we dan meestal doen is beginnen over discriminatie; dat weten ze allemaal wel in de klas. Wie ergens door opvalt, "anders" is; kan al gauw een mikpunt worden, een zondebok worden.
Omdat de meeste leerlingen in de wijk Feijenoord gekleurd zijn is het altijd leuk om de foto te laten zien van dr. Lashley, de Surinaamse man, die zo'n heldenrol heeft gespeeld in het onderduikverhaal.
Het verhaal gaat niet alleen over Hansje.
We tonen ook een stukje journaal van RTV-Rijnmond van de reünie in 2006 waarin de ondergedoken Rebecca Andriesse en de in 1944 geboren baby Emile te zien en te horen zijn.
En we vertellen dat bij die herdenking in 2006 een uit Amerika overgekomen dochter van Hadassa vertelde dat de onderduik en redding van haar familie ervoor heeft gezorgd dat er nu nog 9 kleinkinderen en 18 achterkleinkinderen in Israël en Amerika ín leven zijn. Zonder de onderduik zouden die nooit zíjn geboren.
In dat journaal zien we dan ook de dochter van koster De Mars, die ook nog in leven is. Zij was het die haar ouders hielp met het zware huishoudelijke werk voor het grote aantal onderduikers.
Voedsel was schaars in de oorlog en er moest ook gewassen worden. Zij kan nog vertellen dat je de was voor zoveel mensen niet buiten te drogen kon hangen; dat gebeurde dus in de kerk.
Een bijzondere ervaring was het ook toen in 2011 een vroegere inwoonster van de Westerbeekstraat met haar lsraëlische man en hun dochter en zoon een bezoek brachten aan de onderduikruimte. Zij kwamen omdat ze in Israël, waar ze nu wonen, hadden gelezen over de wonderbaarlijke geschiedenis van de onderduikruimte in de Breepleinkerk.
Zo blijven we deze indrukwekkende geschiedenis van "De Orgelzolder" doorgeven aan volgende generaties, gedachtig de woorden van de dichter Leo Vroman:
"Kom vanavond met verhalen hoe de oorlog is verdwenen.
En vertel ze honderd malen, alle malen zal ik wenen".
Evenals vorig jaar deed de Breepleinkerk ook dit jaar weer mee met "OPEN JOODSE HUIZEN".
zie ook: http://www.openjoodsehuizen.nl "Opdat wij niet vergeten"!
Zie ook voor meer info over de Breepleinkerk in de oorlog bij Het gebouw